Commissie Burger & Bestuur Voorschoten

De portefeuillehouder geeft desgevraagd een nadere toelichting op een aantal onderwerpen, zoals omgaan met laaggeletterdheid, maatvoering afhankelijk van het type klacht, de rollen van klachtencoördinator en klachtbehandelaar daarbij, afhandeling van klachten tegen burgemeester of individuele raadsleden en doorverwijzing naar het juiste loket
In februari a.s. wordt een onderzoek van de Rekenkamercommissie verwacht over klachtafhandeling. Mocht er op basis van dit onderzoek of andere ontwikkelingen aanleiding zijn om de verordening weer aan te passen, dan kan het college daartoe opnieuw een voorstel doen.
Toezegging: Het college komt voor de raadsvergadering terug op de volgende technische vraag: Art. 8b stelt dat als de klacht naar tevredenheid is afgehandeld, de verordening niet meer hoeft te worden toegepast m.u.v. art. 6 lid 2 onder g. Onderdeel g gaat over het versturen van de afhandelingsbrief. Als nog wel een afhandelingsbrief wordt gestuurd, waarom zijn dan h en i over het registreren van die afhandeling niet ook van toepassing? Moet de brief niet altijd worden geregistreerd?
Toezegging: artikel 9 van de Algemene Wet bestuursrecht wordt toegevoegd aan de website bij informatie over klachtbehandeling.
De commissie kan zich vinden in het voorstel klachtenverordening, dat als hamerstuk naar de raadsvergadering gaat.

De formulering over participatie roept vragen op bij de commissie. In het licht van de regeling versus het bepaalde in de Wet gemeenschappelijk regelingen (art. 10, lid 7) kunnen vragen ontstaan waarover wel of geen participatie plaatsvindt en welk bestuursorgaan dan verantwoordelijk is. Waar hoort in dat kader participatie m.b.t. structurele knelpunten in de uitvoering thuis? Voor dit moment gaat de commissie akkoord, maar een bredere verkenning over de vraag wie verantwoordelijk is voor participatie bij uitvoeringskwesties bij gemeenschappelijke regelingen zou goed zijn.
Technische vragen 645 zijn mondeling beantwoord en hoeven niet meer schriftelijk te worden beantwoord. De vraag over de dubbele ontkenning in artikel 40a, lid 3, tweede regel, zal de wethouder mee terugnemen naar de BSGR.
Het raadsvoorstel gaat als bespreekpunt naar de raadsvergadering. De CDA-fractie komt mogelijk met een amendement om de brief op een aantal punten aan te vullen.

De AB-leden nemen de vraag mee naar het AB wat de consequentie is als één of meer gemeenten niet mee zouden doen in de Regionale Investeringsagenda. Op de vraag over een go-/no go-moment geeft wethouder Van der Elst aan dat dit er is met de geplande besluitvorming in DB en AB, maar dat het college van mening is dat kwaliteit voor snelheid gaat en dat het college hier in de concept-zienswijze zo nodig ook een passage aan zal wijden.